Naar een open politiek

Wij menen dat de traditionele partijen en ook D66 onvoldoende in staat lijken te zijn om tegenspel te geven aan het beeld niet ‘echt’ te weten wat er bij de ‘gewone’ Nederlanders leeft en wat er aan opvattingen bestaat. Dat beeld is onjuist en tegelijkertijd moeten we krachtiger en concreet laten zien dat wij enerzijds open staan voor bijdragen van anderen en anderzijds grotere groepen burgers weten te inspireren om praktische uitvoering te geven aan onze idealen in de directe eigen omgeving. De wereld is groter dan de vierkante kilometer rondom het Binnenhof en dat kan D66 als geen ander laten zien.

De algemene doelstelling van deze discussietekst en de hierna genoemde voorstellen is dan ook om burgers (al of niet leden) meer te stimuleren hun bijdrage te leveren aan en actief betrokken te zijn bij de samenleving en de politiek, niet alleen het abstracte proces van politieke gedachtevorming en maatschappijontwikkeling, maar ook praktisch dicht bij huis in het eigen leven, door te doen waar we politiek voor staan.

Ondergetekenden doen op basis van de analyse over draagvlak onder burgers voor de politiek, voorstellen die gericht zijn op het realiseren van een ‘open’ politieke vereniging, die enerzijds haar idealen in de politieke vergaderzalen en anderzijds op straat in de directe omgeving bereikt. De voorstellen worden langs drie lijnen gedaan. Enerzijds voorstellen om onze vertegenwoordigende democratie effectiever en efficiënter te maken. Ten tweede voorstellen om het proces van de politiek inclusiever, vrijer en onafhankelijker te maken. En tot slotvoorstellen om de vereniging te verbreden en uit te bouwen richting een beweging, een platform voor maatschappelijke betrokkenheid en de praktische uitvoering daarvan, in lijn met de richtingwijzers van D66.

Deze voorstellen zijn niet uitputtend en lang niet altijd volledig uitgewerkt. Dat is ook niet ons doel. Wij willen vanuit de vereniging D66 tot daden overgaan. Verbeteren door te doen. Daarbij zijn deze voorstellen eerste kapstokken. In gesprek en actie met anderen, zullen we deze verrijken en verbeteren. Als een open beweging.

De Democratie: voorstellen voor versterking van de democratische parlementaire rechtsstaat

D66 wil haar overtuiging dat de democratische rechtstaat veruit de beste staatsvorm is, met verve verdedigen. Populisme lijkt via de ‘dictatuur’ van de meerderheid (hoe klein die ook is) te leiden in de richting van autocratische staatvormen, waarin geen ruimte is voor afwijkende, individuele opvattingen en minderheden. Het debat met de populisten moet overal gevoerd worden, aan de hand van de wijze waarop het staatsbestel het beste georganiseerd wordt. Dat neemt niet weg dat onze parlementaire democratische rechtstaat weldegelijk aan vernieuwing toe is. De vraag is of die vooral gezocht moet worden in een grotere invloed van de burgers (referendum, gekozen bestuurders, etc.).

Veeleer lijkt het noodzakelijk oplossingen te vinden die de snelheid van het besluitvormings- en organisatievermogen van de parlementaire democratische rechtstaat kunnen bevorderen, zonder de noodzakelijke zorgvuldigheid geweld aan te doen. Het doel moet zijn de democratische parlementaire rechtstaat effectiever en efficiënter te maken.

De agenda van Democratie van Nu biedt hiervoor al veel goede interventies. Wij denken ook aan:

  1. Vertrouwen is het sleutelwoord en vertrouwen is wederkerig. De belangrijkste stap is een overheid die durft te vertrouwen op zijn burgers, hun initiatieven en maatschappelijke organisaties. Een overheid die meer op zoek is naar het organiseren in publiek-private organisatievormen. Onder toezicht van een overheid, die uitvoerende taken bij voorkeur bij maatschappelijke en (semi)private initiatieven/organisaties belegt. Een overheid die haar politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid invult aan de hand van een ‘bestuurlijk governancemodel’, dat duidelijke maar algemene ‘kaders vooraf’ combineert met ‘opdrachtgevend toezicht’ aan de hand van die kaders. D66 moet hierbij het voortouw nemen.
  2. Een overheid die van buiten naar binnen werkt, in plaats van andersom. Meer beleid dat wordt ontwikkeld op basis van  gedachten opgehaald uit de samenleving en het maatschappelijk middenveld.  Een overheid die daarbij niet alleen uitvoering naar zichzelf toetrekt en controleert op basis van regelgeving, maar ook verantwoordelijkheid teruglegt in de samenleving en mensen stimuleert er ‘samen voor te staan’.
  3. Minder bureaucratie en meer bestuurlijke moed. Voorzichtigheid is goed als het gaat om de zorgvuldigheid van de afweging van belangen. Steeds vaker lijkt voorzichtigheid ingegeven door het vermijden van politieke risico’s. Het komt de besluitvorming ten goede als durf en moed om besluiten te nemen niet door politieke angst wordt omgeven. Dit betekent ook dat het politieke bestuur in de zoektocht naar daadkracht en maatwerk minder vrees moet hebben voor precedentwerking en toekomstige aanspraken uit naam van gelijkheid. De democratische controle moet dan wel extra waakzaam zijn op uitlegbaarheid van besluiten en het voorkomen van willekeur.
  4. Een betere krachtenbalans tussen politiek bestuur en ambtelijke uitvoeringsorganisatie, bijvoorbeeld door stevig te investeren in,  politiek aangestelde bestuursondersteuning en in robuuste ondersteuning van de politieke partijen van parlementariërs, staten- en raadsleden  voor de zittingstermijn van de politici.
  5. Het verder ontwikkelen van modellen, waarbij besluitvorming en  organisatie van het openbaar bestuur weer dichter bij burgers wordt gebracht, om zo adequater te kunnen reageren op de roep om rekening te  houden met individuele situaties binnen het complex van algemene regelgeving. (ongelijke gevallen ongelijk behandelen).
  6. Actief te streven naar een democratisering van het publieke domein op individueel niveau (scholen, zorginstellingen, corporaties, etc.), door middel van alternatieve governance vormen met als doel ondersteuning te geven aan de  betrokkenheid van mensen bij de (overheids)taken die deze instellingen uitvoeren..

    De Politiek: voorstellen voor verbetering van politieke processen en betrokkenheid Een kritische en vernieuwende politieke partij vereist permanente toetsing van eigen beginselen en van uitwerking in de praktijk. Op individueel niveau is permanente beoordeling van de prestaties van onze vertegenwoordigers en bestuurders een noodzaak. De laatste jaren is daaraan meer invulling gegeven. Onbekend is hoe breed en consequent dit plaatsvindt. Het lijkt gewenst om te bezien of we als partij niet te ‘eng’ georganiseerd zijn en of we ons breed genoeg naar de samenleving opstellen. Op die manier blijven we een deel van de oplossing, in plaats van een deel van het probleem. De progressieve politiek loopt het gevaar een met zichzelf in gesprek verkerende voorhoede te zijn die maatschappelijk problemen ziet, maar deze te weinig zelf aan den lijve ervaart. Tevens is het van belang als fracties en bestuur met een zekere regelmaat vanuit de samenleving(het liefst geen D66-fans)te worden geëvalueerd. Ook zouden fracties gestimuleerd kunnen worden door een groep leden vanuit de partij, waarin voldoende deskundigheid vertegenwoordigd is om met de fractie(s) inhoudelijk te kunnen sparren. Daarbij moeten onze vertegenwoordigers de ruimte hebben om, naast de formeel vastgelegde afspraken, meer invulling te geven aan eigen opvattingen zonder de partijprincipes en coalitieafspraken met voeten te treden, maar ook zonder op die eigenstandigheid vanuit groepsvorming veroordeeld te worden.
  7. Maak ruimte voor bijeenkomsten over politiek relevante onderwerpen ook buiten de eigen politieke partij om. Die bijeenkomsten staan open voor alle burgers die geïnteresseerd zijn, waarbij erop gelet wordt dat de aandacht niet uitgaat naar de ‘usual suspects’ of ‘vertegenwoordigers van belangengroepen’.
  8. Stel een klankbordgroep samen met burgers die geïnteresseerd zijn in de politiek en die niet per definitie D66-fans zijn en inhoudelijk maatschappelijk betrokken zijn. Periodiek zouden zij hun waarnemingen over en evaluatie van het functioneren van de partij en fracties moeten willen bespreken met vertegenwoordigers uit fracties en partijbestuur. De D66’ers moeten primair willen ontvangen en incasseren en niet zenden en verdedigen.
  9. Stel periodiek een groep samen van leden die gezamenlijk de deskundigheid hebben over de inhoud van de meeste portefeuilles van de Kamerleden. Deze groep kan dan gevraagd en ongevraagd adviseren over de lopende behandeling van onderwerpen door de Tweede Kamerfractie. Bijproduct kan zijn dat er kandidaten uit naar voren komen voor toekomstige kandidatenlijsten.
  10. Organiseer regelmatig grote en kleine‘ townhallmeetings’ met zo veel mogelijk niet-D66’ers. Tussen de campagnes zou dat een routine moeten worden. Begin met de G7 en vraag aan boegbeelden om de bijeenkomsten te organiseren.
  11. Doordacht zou moeten worden of we de relatief strakke partijorganisatie kunnen aanpassen in de richting van een meer open organisatie door te stimuleren dat politieke discussies en oordeelsvorming primair op lokaal of regionaal plaatsvinden en binnen lossere organisatorische verbanden.

    Er bestaan voorbeelden onder de naam ‘Social Impact by Design’. Uitgangspunt zijn interventies waarbij bewoners, (sociale) ondernemers en andere (maatschappelijke) organisaties in en van een wijk zijn betrokken. Dit zal een meer duurzaam effect hebben. Het model geeft handvaten om meer in de wijken fysiek aanwezig te zijn en contacten te intensiveren.
  12. Investeer veel steviger dan nu het geval is in mediawijsheid voor iedereen. Programma’s gericht op het belang van het verkrijgen van objectieve informatie, broncontrole, privacyaspecten etc. met name in het digitale domein.
  13. Leg vast bij de kandidaatstelling dat van D66 Kamerleden wordt verwacht dat zij zich zichtbaar onafhankelijk opstellen na hun verkiezing. Zij dienen zich te houden aan hetgeen in een coalitieakkoord formeel is vastgelegd, in de situatie dat D66 daaraan meedoet. Zij staan voor hun handtekening en bij het verdere parlementaire werk staan zij voor hun beargumenteerde standpunten. Door de fractie en partij zal bij minderheidsstandpunten nimmer gewezen worden op verwachte fractiediscipline.
  14. Tevens zal worden vastgelegd dat de partij/vereniging D66 zelfstandig politieke standpunten kan innemen, onafhankelijk van de opvattingen van de fracties. De fracties zijn gehouden aan het verkiezingsprogramma, waarmee zij naar de kiezer zijn gegaan en werkt verder vanuit die kaders. De partij ontwikkelt door en neemt standpunten in, maar geeft geen ‘opdrachten’ aan fracties. De Vereniging: voorstellen voor maatschappelijke beweging voor verandering. Naast politieke veranderingen om draagvlak voor maatschappelijke ontwikkeling én onder de bevolking te versterken, vraagt ook het verbeteren van de praktische uitvoering en aanspreekbaarheid van de vereniging extra aandacht. De vereniging laten groeien van een partij tot een maatschappelijke beweging, zou daarbij de richting moeten zijn. Een beweging die actief is binnen maatschappelijke organisaties en mensen betrekt bij maatschappelijk handelen in hun eigen omgeving.
  15. Onderzoek hoe D66 internet zou kunnen gebruiken voor directe input door burgers van hun inhoudelijk politieke opvattingen. Nodig daarvoor gericht ook beroepsgroepen uit om mee te doen. Dit kan de kennis over en inzicht in hetgeen leeft binnen werkverbanden binnen de samenleving vergroten.
  16. Bouw de vereniging uit met een (digitaal) platform, waarop burgers(al of niet lid van de partij) die zich maatschappelijk betrokken voelen rond de uitgangspunten van D66, direct toegang krijgen tot maatschappelijke activiteit. Een platform dat deelnemers stimuleert en faciliteert in het maken van hun eigen plan voor maatschappelijke betrokkenheid, al naar gelang hun eigen interesses, tijdbesteding en vorm van inzet. Dit plan kan een politieke oriëntatie hebben, maar geeft minstens zo belangrijk ruimte voor het activeren van maatschappelijke betrokkenheid in de eigen omgeving en/of in het persoonlijk leven.
  17. Organiseer congressen meer als een maatschappelijk evenement, waar naast de traditionele politieke onderdelen ruimte is voor maatschappelijke initiatieven om zich te presenteren, informatie te verkrijgen over het activeren van de eigen maatschappelijke betrokkenheid en waar de verbondenheid met beroepsgroepen en het maatschappelijk middenveld tot uiting komt. Netwerkvorming is een belangrijk element daarbij. Hoogwaardig cultureel entertainment met oog voor diversiteit is onderdeel van de aantrekkingskracht van deze evenementen.
  18. D66-sympathisanten met verschillende culturele achtergronden moeten zich ook thuis voelen en aan netwerkvorming kunnen doen. Probeer daarbij de ‘ons-kent-ons sfeer’ die congressen soms kenmerkt te voorkomen en ontwikkel modellen die een hogere mate van uitnodigend vermogen hebben richting mensen met niet-westerse achtergronden.
  19. Stel congressen actief open voor niet-leden, stimuleer hen om mee te doen aan de discussies. Nader bezien kan worden of het wenselijk is om eventueel een adviserend stemrecht toe te kennen.
  20. Bewaak dat partij, fracties en bestuurders zich maximaal openstellen voor vragen en signalen die uit het door D66 gegenereerde platform (zie punt 14) en individuele leden, naar boven komen. Zet hiervoor een geautomatiseerd systeem op om de invulling daarvan te kunnen volgen en ook de vraagstelling/kritische signalen te kunnen evalueren. Vul dit aan met de registratie van inhoudelijke redenen voor het vertrek van leden.
  21. De hier voorgestelde weg vraagt niet alleen om een ontwikkeling van de vereniging. Het vraagt ook om een ontwikkeling van het individuele leiderschap en om het aanboren van nieuwe talenten. De mensen die onze maatschappelijke beweging leiden en gezicht geven, zullen in staat moeten zijn dat te doen met een breed blikveld en een open houding. We mogen er niet van uit gaan dat de huidige politici, bestuurders en verenigingsleiders autonoom deze vaardigheden zullen ontwikkelen, noch dat als vanzelf de benodigde specifieke talenten geïdentificeerd en op waarde geschat zullen worden. Een actieve rol en agenda van de Talentencommissie bij het identificeren, begeleiden en waarderen van dit nieuwe talent zal noodzakelijk zijn.

5 oktober 2020